De eerste paar weken na het zoden leggen zal de sproeier 2 à 3 keer per dag moeten werken. Wacht bij zonnig weer niet tot het avond is. Het gras heeft dit vocht hard nodig, zolang de graswortels hun werk nog onvoldoende kunnen doen. Zeker in felle zon. ’s Nachts verdrogen de zoden niet. Na vier tot zes weken zijn de zoden vastgegroeid en is er minder kans op uitdrogen. Bij droogte een keer per week ’s avonds sproeien is dan voldoende. Bij een automatisch watergeefsysteem zijn pop-up sproeiers in het gazon een ideale oplossing. Deze komen door de waterdruk omhoog als ze moeten werken en zakken daarna weer tot onder het maaiveld terug. Let op dat u na het sproeien niet meteen het gras betreed – zeker in het begin zakt u weg met uw schoenen.
Aardoom Hoveniers past uitsluitend soortecht plantmateriaal van goede kwaliteit toe. Toch kunnen er soms planten dood gaan. Vaak is de oorzaak niet goed of onvoldoende water geven na de aanplant. Een plant moet zich na het aanplanten herstellen. De wortels zijn beschadigd en hij moet nieuwe vormen. De planten die tijdens ‘het aanslaan’ steeds door de wind worden losgewrikt, dienen in het begin met een paaltje te worden vastgezet tot de wortels vastzitten. In die herstelperiode maakt een plant vrij klein blad en groeit niet hard. Goede groei ontstaat vaak pas in het tweede of derde jaar na aanplant. Soms laten bladhoudende planten na het verplanten eerst blad of naalden vallen om hun verdamping te beperken. Ze herstellen dan eerst hun wortels.
Planten drinken ook, maar wel met hun voeten
Bladverliezende soorten hebben in de winter, als ze kaal zijn, geen extra water nodig. Als het blad verschijnt, weer wel. Zeker na aanplant in het seizoen ervoor. Zorg dat de grond bij de wortels vochtig blijft. De wortelkluit moet zich goed vol kunnen zuigen.
Bij Coniferen en bladhoudende heesters is extra water geven in de winter ook niet nodig. In het voorjaar en de zomer wekelijks water bij de kluit geven. Tijdens droog weer goed sproeien. Maak tijdens warme dagen met veel wind de kluiten ’s avonds goed nat (niet op het blad sproeien, maar bij de wortels). Blad dat te lang nat blijft, kan schimmelinfecties oplopen.
Solitaire (alleenstaande) struiken apart met een slang water bij de wortels geven. Maak een kuiltje of cirkelvormig geultje in de grond boven de wortels, zodat het water daar in de grond zakt en niet wegstroomt. De bodem lijkt op een spons. Om die goed nat te krijgen, moet er veel water worden toegevoegd. De grond moet tot bij de wortels nat zijn. Op het blad water geven heeft minder effect, omdat de bladerkroon als een paraplu boven de wortels werkt. Veel water loopt langs de buitenkant van de kroon weg, waardoor de wortels eronder minder water krijgen. Tijdens langdurige droge perioden altijd extra water geven. De grond bij de wortels moet altijd minimaal iets vochtig blijven. Op grofkorrelige zandgrond zult u eerder en vaker moeten sproeien dan op zwaardere grondsoorten.
Gebruik bij vaste planten een sproeier die u minimaal een uur op dezelfde plek last staan. De grond bij de wortels moet goed nat worden. Sproei steeds bij aanhoudende droogte. Geef pas ingeplante exemplaren de eerste weken extra water om ze goed te laten bewortelen. Sproei met een fijne straal. ’s Avonds sproeien spaart water (minder verdamping), maar kan ook de kans op schimmelaantastingen vergroten doordat het blad langer nat blijft. Gebruik bij enkele planten een gieter, moet u vaak en veel water geven dan is een tuinslang met verplaatsbare sproeier of zelfs een vakkundig aangelegd (automatisch) vast watergeefsysteem met sproeiers en vernevelaars ideaal.
Vaak hebben wij tijdens het planten bij de wortels van een boom een pijpje of drainageslang aangebracht dat iets uit de grond omhoog steekt. Dat is bedoeld om water in te gieten dat op die manier direct bij de wortels terecht komt met een minimaal verdampingsverlies. Veel bomen zijn grote drinkers. In warme dagen gaan er soms tientallen liters doorheen (wordt verdampt via het blad). Vooral onder coniferen is een druppelsysteem ideaal om water te geven. Geef u op de grond water, maak dan een cirkelvormig dammetje op enige afstand om de stam heen, zodat het water niet meteen wegloopt.
Zorg dat de haag na aanplant voortdurend over voldoende vocht beschikt. Een druppelleiding onder de haag is ideaal. Zet die eenmaal per week aan, in de zomer na de aanplant eenmaal per twee weken, in het najaar nog eenmaal per maand. Na dat eerste jaar zullen de planten voldoende ‘gesetteld’ zijn om het zelfstandig te redden. Tijdens langdurige droge perioden natuurlijk wel water geven. Maak ook het blad tijdens droge, winderige dagen goed nat. Niet bij felle zon sproeien. Let op dat u niet gaat overdrijven. Controleer het zelf met een spade of schop. De grond mag vochtig zijn, maar niet te nat. Er mag dus geen water in de sleuf staan.
Geef tijdens warm droog weer uw planten in de potterie iedere dag water. Wanneer precies kunt u zelf constateren. Steek het eerste kootje van uw pink in de (pot)grond. Als het daar droog aanvoelt, moet u water geven. Zorg dat de potten en bakken waar de planten in staan, goed gedraineerd zijn. Een teveel aan water moet snel weg kunnen lopen. Nieuwe potten hebben vaak geen gaten aan de onder- of zijkant. Maar die moeten dan wel aangebracht worden. Wat hydrokorrels of potscherven versnellen het doorstromen bij teveel aan water.
Geen bijzondere maatregelen nodig. Bij langdurige droogte sproeien.
Klimplanten moeten vaak in de vrij droge strook grond voor een muur of schutting groeien. Goed water geven is dus uiterst belangrijk. Zorg dat de grond bij de wortels niet uitdroogt.
Houdt u nauwkeurig aan de ontvangen gebruiksaanwijzing. Neem bij eventuele storingen direct contact met ons op. Laat de installatie voor de winter vakkundig afsluiten en in het voorjaar weer in bedrijf stellen. Sluit een onderhoudscontract af dat u jaarrond plezier van uw beregeningsinstallatie garandeert. Het is zeker ook mogelijk om de jaarlijkse ‘aftap’ of ‘opstart’ werkzaamheden zelf uit te voeren.
Als een pomp bij strenge vorst in het water kan bevriezen, moet deze ’s winters uit het water worden gehaald. Bewaar hem ondergedompeld in een emmer water op een vorst rijd plek. Maak het pompfilter schoon. Laat ook de eventuele filterinstallatie droog overwinteren. In het voorjaar deze weer opnieuw opstarten (schoonmaken en nieuwe bacterieflora aanbrengen). Andere waterelementen eveneens uitschakelen en leidingen en bassins die stuk zouden kunnen vriezen aftappen en ook droog laten overwinteren. U kunt uiteraard wachten met deze werkzaamheden tot het moment dat het matig gaat vriezen.